Genitale respons

Pasgeleden las ik op LinkedIn over een narratief onderzoek dat antwoorden zocht over het bestaan van een genitale respons dat gekoppeld is aan traumatische herinneringen aan het seksueel misbruik dat je hebt meegemaakt.

Ik geloof dat de conclusie was dat dat inderdaad voorkomt. Een al bekend fenomeen beperken tot een ‘genitale respons’ is wel erg voorzichtig maar wel een stap in de goede richting van het evidence based maken van ‘Traumaseksualiteit’ voor de groep hulpverleners die werken in de GGZ. Zij werken uitsluitend evidence based en daardoor en daarvoor worden zij betaald door de zorgverzekeraars.

‘Traumaseksualiteit’. Het is de titel van mijn eerste boek (2016). Wat daarin staat is eigenlijk al lang evidence based verklaart door de misbruikten zelf, de omstanders en de betrokkenen. Het begrip zou moeten gaan meewegen om de hulpverlening aan seksueel misbruikte mensen effectiever te maken. De volle omvang van de seksuele schade moet duidelijk zijn voor iedereen.

Groot nieuws of niet echt?
Ik las het bovenstaande met enige verbazing omdat dit volgens mij gewoon gaat over de terugkerende seksuele opwinding die je kan overhouden aan de specifieke seksualiteit met de dader die plaatsvindt tijdens seksueel misbruik. Het gaat om met wie het gebeurde maar ook wat er gebeurde en waar dat was. Ook de omstandigheden en welke handelingen er werden afgedwongen tellen mee.
Deze aspecten van de seksuele imprint kennen elk een eigen angst, onmacht, opwinding en een bijbehorende overtuiging. Zij vormen met elkaar de samensmelting van de dader met de eigen identiteit.
Dat fenomeen noem ik de ik-dader.

Deze interne seksuele structuur geeft intens veel problemen omdat het niet lukt om zelf los te komen van de vastgezette ‘pinnen’ uit het misbruik. Het zijn deze vier sterke pinnen die blijvend zijn, als je er niets aan doet.
De eerste pin is het antwoord op de vraag of het contact homo- of heteroseksueel was. De tweede pin is het antwoord op de vraag of de dader een jongetje of een meisje wilde. De derde pin zijn alle omstandigheden waarin de seks plaatsvond. (alle omstandigheden die opgeslagen werden in het alarm-geheugen, die angst en onmacht op kunnen roepen maar ook in dezelfde seconde lust en verlangen kunnen oproepen. De vierde pin beschrijft de seksuele handelingen. Elke pin heeft meerdere lagen en iedere laag geeft meer details.

 

 

Als je als kind het antwoord op de seksuele behoeften van een volwassen bent geworden en als je tijdens het misbruik in de behoeften van de dader ook opgewonden bent geraakt en bent klaargekomen dan leef je verder met de daderseks in je eigen seksualiteit. Dat geeft doorlopend tweestrijd. Er is gelukkig wel van alles aan te doen! Je kunt je eigen seksuele identiteit terugvinden door samen met een traumaseksuoloog het bovenstaande model te doen. Als het goed gebeurt dan kom je los van de macht van de dader voor je seksualiteit.

Dit model en hoe ermee te werken staat beschreven in mijn boek Traumaseksuologie & Psychodrama.