Met wie spreek je eigenlijk?
In bovenstaande tekening situeer ik jou als begeleider van een cliënt die seksueel misbruikt is.
Ga je even op die stoel zitten?
In ieder geval moet je weten als begeleider dat door seksueel misbruik je je als slachtoffer hebt moeten aanpassen.
Aanpassen aan de dader. Het deel wat niet meer welkom was, je waarlijke nee is bevroren geraakt. Gelukkig heb je overleefd met je authentieke deel. Zonder dat deel met nieuwsgierigheid en levenslust zou je niet meer leven.
Maar eenmaal opengebroken en verdeeld gemaakt door de dader (gevierendeeld), gaat die geschade innerlijke structuur niet zomaar weer weg. Deze structuur blijft na het misbruik bestaan zoals boven op de tekening, totdat er een manier gevonden is om de dader-macht te breken en de andere delen weer bij elkaar te brengen, weer te integreren in je persoon.
Daar zit je dan tegenover deze verdeeldheid. De aanpasser, de dader, het bevroren deel en het authentieke deel.
Je ziet één persoon maar als je er op let als professional, dan zie je het probleem. De hulpvraag waarvoor iemand bij je komt zit hier in levende lijve voor je en leeft de verdeeldheid op jou uit. Ja, je leest het goed.
De verdeeldheid ligt als een slagschaduw over jullie gesprek, het onderwerp dat jullie met elkaar aan het bespreken zijn, dat speelt tussen jullie in het hier en nu.
Als je goed hoort en afstemt dan ga je merken dat -afhankelijk van het onderwerp- welk deel er met je praat.
Dit zijn voorbeelden in het kort:
De aanpasser zegt: zeg maar wat ik moet doen.
De dader bepaalt hoe ver het mag gaan en controleert de aanpasser. Kan agressief worden als zijn positie besproken wordt, het systeem wordt aangetast. Is intimiderend naar jou en leidt af met afkrakende woorden soms naar jou (waardeloze hulpverlener), maar meestal over je cliënt. (geen zelfvertrouwen, zelfhaat). Die weet niet dat dit de stem van de dader is.
Het bevroren deel kun je merken doordat het gesprek stokt op weg naar de diepte. Het is het slachtoffer-deel dat niet vooruit te branden is.
Het authentieke deel wil vrienden met je worden, kan nabij komen. Is daarbij grenzeloos zonder het bevroren nee.
Om het iets ingewikkelder te maken: je ziet naast de beschreven opstelling twee getuigen-posities.
Ook dat zijn twee delen die bestaan in de innerlijke structuur.
De externe getuige is de ontbrekende getuige die in het moment van het misbruik, waarin de wereld totaal op zijn kop ging niet kwam opdagen en ingrijpen en ook daarna niet. Dat is een chronisch gevoel van eenzaamheid, niet gezien zijn, in de steek gelaten zijn.
Dit deel kan zich manifesteren in getuigezucht. Veel aandacht vragen, op vele manieren, ook door nauwelijks iet te zeggen. Meestal irriteert getuigezucht door het theatrale gedrag en het voortdurend willen pakken van het podium.
De interne getuige is het deel dat niet naar binnen durft te kijken, niet onder ogen wil / kan zien wat er gebeurd is. Dit deel bagatelliseert, is bang om de vermeende pijn te voelen. Dat deel leeft de innerlijke structuur uit in de buitenwereld en nu ook hier en nu met jou. Wat er in het eerste moment van misbruik gebeurde wordt gepoogd te herhalen met jou. Dit enscèneren wordt gestuurd door de dader, ook vaak in seksuele escapades, meestal onder invloed van verslavende middelen.
Zes relaties in een enkel gesprek. Dat maakt het vak van hulpverlener interessant.
Maar wat doe je met deze informatie om die ander te helpen?