Traumaseksualiteit: seksuele reacties na seksueel misbruik
Sinds 2016 heb ik vragenlijsten online staan waarin mensen kunnen kijken of zij dezelfde effecten hebben als mannen/vrouwen die seksueel misbruik hebben meegemaakt. (zie traumaseksualiteit.nl)
Na dertig jaar werken met deze doelgroep wist ik de kenmerken wel: verwarring over gender- en/of seksuele identiteit, problemen met het hanteren van seksuele macht, geen volledige puberteit hebben doorgemaakt, seksuele verslaving, herhalingsgedrag vanuit het misbruik, actief slachtofferschap als dadergedrag, vaststaande seksuele patronen, seksuele opwinding vinden in types, vormen, objecten en bijvoorbeeld seksueel gefixeerd zijn op een bepaalde leeftijd.
De vragenlijsten waren niet bedoeld als onderzoek.Ik wilde een mogelijkheid van zelfonderzoek aanbieden aan de grote groep mensen die op zoek zijn naar wat er met hen aan de hand is. Zij weten dat zij misbruik hebben meegemaakt maar vinden in de buitenwereld niet het antwoord op wat er leeft in hun binnenwereld, zelfs niet in de GGZ.
Er is ook een grote groep die vermoedt dat ze misbruikt zijn en/of een sluimerend gevoel hebben “dat er ooit iets gebeurd is” met hen. Opvallend is dat deze laatste groep altijd hoger scoort op alle vragen dan degenen die bewustzijn hebben over hun misbruik.
Alle vragen komen voort uit mijn boek “Traumaseksualiteit” (Wetenschappelijke uitgeverij Eburon, 2016, 4e druk 2022). Inmiddels hebben 7200 mensen de lijsten voor zichzelf ingevuld. De antwoorden die door de doelgroep worden ingevuld bevestigen dat het klopt wat ik schrijf in mijn boek. Evidence komt 100% vanuit de doelgroep, de omstanders en betrokkenen.
De bijkomstigheid is dat uit deze enorme hoeveelheid data een aantal opmerkelijke fenomenen naar voren komen. Tenminste 75% van de mensen die invullen dat ze misbruikt zijn in hun jeugd, antwoordt dat zij dubbelheid in hun seksualiteit ervaren. Bij bestudering van de data zie je een helder beeld ontstaan van deze tweedeling. Het is de tweestrijd tussen de erfenis van de seksualiteit die plaatsvond tijdens het misbruik, de seksuele imprint, en de soms nog prille, eigen seksuele voorkeuren en seksuele identiteit.
Het gaat hierbij over de terugkerende seksuele opwinding die je kan overhouden aan de specifieke seksualiteit met de dader die plaatsvindt tijdens seksueel misbruik. Het gaat om met wie het gebeurde maar ook wat er gebeurde en waar dat was. Ook de omstandigheden en welke handelingen er werden afgedwongen tellen mee. Deze aspecten van de seksuele imprint kennen elk een eigen angst, onmacht, seksueel verlangen, seksuele opwinding, walging, woede en altijd een bijbehorende valse overtuiging. Zij vormen met elkaar de samensmelting van de dader met de eigen identiteit. Dat fenomeen noem ik de ik-dader-identiteit.
Deze interne seksuele structuur geeft intens veel problemen omdat het niet lukt om zelf los te komen van de vastgezette ‘pinnen’ uit het misbruik. Het zijn deze vier sterke pinnen die blijvend zijn, als je er niets aan doet.
De eerste pin is het antwoord op de vraag of het contact naast pedoseksueel, homo- of heteroseksueel was. De tweede pin is het antwoord op de vraag of de dader een jongetje of een meisje wilde. De derde pin betreft alle omgevingsfactoren en omstandigheden waarin de afgedwongen seks plaatsvond. Zij vormen met elkaar het plaatsdelict dat deels in het alarm-geheugen is bewaard. Daar komen zowel waarschuwingen uit voort die angst en onmacht kunnen oproepen maar in dezelfde fractie van deze seconde ook lust en verlangen. De vierde pin beschrijft de seksuele handelingen. Elke pin heeft meerdere lagen en iedere laag geeft meer details.
Als je als kind het antwoord op de seksuele behoeften van een volwassene bent geworden en als je tijdens het misbruik in de behoeften van de dader ook opgewonden bent geraakt en bent klaargekomen dan leef je verder met de dader-seks in je eigen seksualiteit. Dat geeft doorlopend tweestrijd. Er is gelukkig wel van alles aan te doen! Je kunt je eigen seksuele identiteit terugvinden door samen met een traumaseksuoloog het onderstaande carrousel-model te doen. Als het goed gebeurt dan kom je los van de macht van de dader over je seksualiteit en start de ontwikkeling van je eigen seksuele identiteit.