Traumaseksualiteit: seksuele reacties na seksueel misbruik

Sinds 2016 heb ik vragenlijsten online staan waarin mensen kunnen kijken of zij dezelfde effecten hebben als mannen/vrouwen die seksueel misbruik hebben meegemaakt. (zie traumaseksualiteit.nl) 

Na dertig jaar werken met deze doelgroep wist ik de kenmerken wel: verwarring over gender- en/of seksuele identiteit, problemen met het hanteren van seksuele macht, geen volledige puberteit hebben doorgemaakt, seksuele verslaving, herhalingsgedrag vanuit het misbruik, actief slachtofferschap als dadergedrag, vaststaande seksuele patronen, seksuele opwinding vinden in types, vormen, objecten en bijvoorbeeld seksueel gefixeerd zijn op een bepaalde leeftijd.

De vragenlijsten waren niet bedoeld als onderzoek.Ik wilde een mogelijkheid van zelfonderzoek aanbieden aan de grote groep mensen die op zoek zijn naar wat er met hen aan de hand is. Zij weten dat zij misbruik hebben meegemaakt maar vinden in de buitenwereld niet het antwoord op wat er leeft in hun binnenwereld, zelfs niet in de GGZ. 

Er is ook een grote groep die vermoedt dat ze misbruikt zijn en/of een sluimerend gevoel hebben “dat er ooit iets gebeurd is” met hen. Opvallend is dat deze laatste groep altijd hoger scoort op alle vragen dan degenen die bewustzijn hebben over hun misbruik. 

Alle vragen komen voort uit mijn boek “Traumaseksualiteit” (Wetenschappelijke uitgeverij Eburon, 2016, 4e druk 2022). Inmiddels hebben 7200 mensen de lijsten voor zichzelf ingevuld. De antwoorden die door de doelgroep worden ingevuld bevestigen dat het klopt wat ik schrijf in mijn boek. Evidence komt 100% vanuit de doelgroep, de omstanders en betrokkenen.

De bijkomstigheid is dat uit deze enorme hoeveelheid data een aantal opmerkelijke fenomenen naar voren komen. Tenminste 75% van de mensen die invullen dat ze misbruikt zijn in hun jeugd, antwoordt dat zij dubbelheid in hun seksualiteit ervaren. Bij bestudering van de data zie je een helder beeld ontstaan van deze tweedeling. Het is de tweestrijd tussen de erfenis van de seksualiteit die plaatsvond tijdens het misbruik, de seksuele imprint, en de soms nog prille, eigen seksuele voorkeuren en seksuele identiteit. 

Het gaat hierbij over de terugkerende seksuele opwinding die je kan overhouden aan de specifieke seksualiteit met de dader die plaatsvindt tijdens seksueel misbruik. Het gaat om met wie het gebeurde maar ook wat er gebeurde en waar dat was. Ook de omstandigheden en welke handelingen er werden afgedwongen tellen mee. Deze aspecten van de seksuele imprint kennen elk een eigen angst, onmacht, seksueel verlangen, seksuele opwinding, walging, woede en altijd een bijbehorende valse overtuiging. Zij vormen met elkaar de samensmelting van de dader met de eigen identiteit. Dat fenomeen noem ik de ik-dader-identiteit.

Deze interne seksuele structuur geeft intens veel problemen omdat het niet lukt om zelf los te komen van de vastgezette ‘pinnen’ uit het misbruik. Het zijn deze vier sterke pinnen die blijvend zijn, als je er niets aan doet.
De eerste pin is het antwoord op de vraag of het contact naast pedoseksueel, homo- of heteroseksueel was. De tweede pin is het antwoord op de vraag of de dader een jongetje of een meisje wilde. De derde pin betreft alle omgevingsfactoren en omstandigheden waarin de afgedwongen seks plaatsvond. Zij vormen met elkaar het plaatsdelict dat deels in het alarm-geheugen is bewaard. Daar komen zowel waarschuwingen uit voort die angst en onmacht kunnen oproepen maar in dezelfde fractie van deze seconde ook lust en verlangen. De vierde pin beschrijft de seksuele handelingen. Elke pin heeft meerdere lagen en iedere laag geeft meer details.

Als je als kind het antwoord op de seksuele behoeften van een volwassene bent geworden en als je tijdens het misbruik in de behoeften van de dader ook opgewonden bent geraakt en bent klaargekomen dan leef je verder met de dader-seks in je eigen seksualiteit. Dat geeft doorlopend tweestrijd. Er is gelukkig wel van alles aan te doen! Je kunt je eigen seksuele identiteit terugvinden door samen met een traumaseksuoloog het onderstaande carrousel-model te doen. Als het goed gebeurt dan kom je los van de macht van de dader over je seksualiteit en start de ontwikkeling van je eigen seksuele identiteit.

pastedGraphic.png

Met wie spreek je eigenlijk?

In bovenstaande tekening situeer ik jou als begeleider van een cliënt die seksueel misbruikt is.

Ga je even op die stoel zitten?

In ieder geval moet je weten als begeleider dat door seksueel misbruik je je als slachtoffer hebt moeten aanpassen.

Aanpassen aan de dader. Het deel wat niet meer welkom was, je waarlijke nee is bevroren geraakt. Gelukkig heb je overleefd met je authentieke deel. Zonder dat deel met nieuwsgierigheid en levenslust zou je niet meer leven.

Maar eenmaal opengebroken en verdeeld gemaakt door de dader (gevierendeeld), gaat die geschade innerlijke structuur niet zomaar weer weg. Deze structuur blijft na het misbruik bestaan zoals boven op de tekening, totdat er een manier gevonden is om de dader-macht te breken en de andere delen weer bij elkaar te brengen, weer te integreren in je persoon.

Daar zit je dan tegenover deze verdeeldheid. De aanpasser, de dader, het bevroren deel en het authentieke deel.

Je ziet één persoon maar als je er op let als professional, dan zie je het probleem. De hulpvraag waarvoor iemand bij je komt zit hier in levende lijve voor je en leeft de verdeeldheid op jou uit. Ja, je leest het goed.
De verdeeldheid ligt als een slagschaduw over jullie gesprek, het onderwerp dat jullie met elkaar aan het bespreken zijn, dat speelt tussen jullie in het hier en nu.

Als je goed hoort en afstemt dan ga je merken dat -afhankelijk van het onderwerp- welk deel er met je praat.

Dit zijn voorbeelden in het kort:

De aanpasser zegt: zeg maar wat ik moet doen.
De dader bepaalt hoe ver het mag gaan en controleert de aanpasser. Kan agressief worden als zijn positie besproken wordt, het systeem wordt aangetast. Is intimiderend naar jou en leidt af met afkrakende woorden soms naar jou (waardeloze hulpverlener), maar meestal over je cliënt. (geen zelfvertrouwen, zelfhaat). Die weet niet dat dit de stem van de dader is.

Het bevroren deel kun je merken doordat het gesprek stokt op weg naar de diepte. Het is het slachtoffer-deel dat niet vooruit te branden is.

Het authentieke deel wil vrienden met je worden, kan nabij komen. Is daarbij grenzeloos zonder het bevroren nee.

Om het iets ingewikkelder te maken: je ziet naast de beschreven opstelling twee getuigen-posities.

Ook dat zijn twee delen die bestaan in de innerlijke structuur.

De externe getuige is de ontbrekende getuige die in het moment van het misbruik, waarin de wereld totaal op zijn kop ging niet kwam opdagen en ingrijpen en ook daarna niet. Dat is een chronisch gevoel van eenzaamheid, niet gezien zijn, in de steek gelaten zijn.

Dit deel kan zich manifesteren in getuigezucht. Veel aandacht vragen, op vele manieren, ook door nauwelijks iet te zeggen. Meestal irriteert getuigezucht door het theatrale gedrag en het voortdurend willen pakken van het podium.

De interne getuige is het deel dat niet naar binnen durft te kijken, niet onder ogen wil / kan zien wat er gebeurd is. Dit deel bagatelliseert, is bang om de vermeende pijn te voelen. Dat deel leeft de innerlijke structuur uit in de buitenwereld en nu ook hier en nu met jou. Wat er in het eerste moment van misbruik gebeurde wordt gepoogd te herhalen met jou. Dit enscèneren wordt gestuurd door de dader, ook vaak in seksuele escapades, meestal onder invloed van verslavende middelen.

Zes relaties in een enkel gesprek. Dat maakt het vak van hulpverlener interessant.
Maar wat doe je met deze informatie om die ander te helpen?

 

Genitale respons

Pasgeleden las ik op LinkedIn over een narratief onderzoek dat antwoorden zocht over het bestaan van een genitale respons dat gekoppeld is aan traumatische herinneringen aan het seksueel misbruik dat je hebt meegemaakt.

Ik geloof dat de conclusie was dat dat inderdaad voorkomt. Een al bekend fenomeen beperken tot een ‘genitale respons’ is wel erg voorzichtig maar wel een stap in de goede richting van het evidence based maken van ‘Traumaseksualiteit’ voor de groep hulpverleners die werken in de GGZ. Zij werken uitsluitend evidence based en daardoor en daarvoor worden zij betaald door de zorgverzekeraars.

‘Traumaseksualiteit’. Het is de titel van mijn eerste boek (2016). Wat daarin staat is eigenlijk al lang evidence based verklaart door de misbruikten zelf, de omstanders en de betrokkenen. Het begrip zou moeten gaan meewegen om de hulpverlening aan seksueel misbruikte mensen effectiever te maken. De volle omvang van de seksuele schade moet duidelijk zijn voor iedereen.

Groot nieuws of niet echt?
Ik las het bovenstaande met enige verbazing omdat dit volgens mij gewoon gaat over de terugkerende seksuele opwinding die je kan overhouden aan de specifieke seksualiteit met de dader die plaatsvindt tijdens seksueel misbruik. Het gaat om met wie het gebeurde maar ook wat er gebeurde en waar dat was. Ook de omstandigheden en welke handelingen er werden afgedwongen tellen mee.
Deze aspecten van de seksuele imprint kennen elk een eigen angst, onmacht, opwinding en een bijbehorende overtuiging. Zij vormen met elkaar de samensmelting van de dader met de eigen identiteit.
Dat fenomeen noem ik de ik-dader.

Deze interne seksuele structuur geeft intens veel problemen omdat het niet lukt om zelf los te komen van de vastgezette ‘pinnen’ uit het misbruik. Het zijn deze vier sterke pinnen die blijvend zijn, als je er niets aan doet.
De eerste pin is het antwoord op de vraag of het contact homo- of heteroseksueel was. De tweede pin is het antwoord op de vraag of de dader een jongetje of een meisje wilde. De derde pin zijn alle omstandigheden waarin de seks plaatsvond. (alle omstandigheden die opgeslagen werden in het alarm-geheugen, die angst en onmacht op kunnen roepen maar ook in dezelfde seconde lust en verlangen kunnen oproepen. De vierde pin beschrijft de seksuele handelingen. Elke pin heeft meerdere lagen en iedere laag geeft meer details.

 

 

Als je als kind het antwoord op de seksuele behoeften van een volwassen bent geworden en als je tijdens het misbruik in de behoeften van de dader ook opgewonden bent geraakt en bent klaargekomen dan leef je verder met de daderseks in je eigen seksualiteit. Dat geeft doorlopend tweestrijd. Er is gelukkig wel van alles aan te doen! Je kunt je eigen seksuele identiteit terugvinden door samen met een traumaseksuoloog het bovenstaande model te doen. Als het goed gebeurt dan kom je los van de macht van de dader voor je seksualiteit.

Twee werelden
In de gewone wereld worden seks en trauma angstvallig uit elkaar gehouden. Seks is lekker genieten en trauma is pijn en verwarring.

Trauma en Seksualiteit worden echter onlosmakelijk met elkaar verbonden door seksueel misbruik en seksueel geweld. Het is een duivelse verbinding doordat onderdelen van het trauma seksueel aantrekkelijk worden.

Je moet als slachtoffer leven in twee gescheiden werelden en hopen dat de werkelijke wereld doorkrijgt hoe het precies in elkaar steekt bij jou na seksueel misbruik. Dat het gaat over machtsverlies over je eigen lijf en leden en dat de dader en diens seksuele behoeften bij je binnendringen en zich in je verankeren.

Bij seksueel misbruik is het ware trauma de shock waarbij je het eigendom over je eigen lichaam verliest en de macht over je lijf èn je seksuele handelen in de handen van de dader komt. In die staat van onmacht en overleving, wordt je het afgedwongen antwoord gemaakt op de seksuele behoeften van de dader. Ook als de dader er niet meer is dan draait dit systeem gewoon door, zodra er iets of iemand dat weer aanzet, het her-stimuleert. Of jijzelf, als je je rode loper uitlegt.

In traumaseksuologie hebben we dertig modellen ontwikkeld die helpen om in contact te komen met de geschade interne structuur. We werken niet alleen aan de gevolgen, maar aan herstel van de schade door seksueel misbruik en de verstoord geraakte basisfuncties.

We mogen ons verheugen op een stijgende interesse in Traumaseksuologie! We blijven werken om de twee gescheiden werelden met elkaar te verbinden.
In mijn workshops staan de geschade innerlijke macht-structuur en de innerlijke seksuele- en gender-schade centraal.

Disclaimer

De wetenschap Traumaseksuologie is niet ontstaan uit en heeft geen oorsprong in de wetenschap Seksuologie.

Het is noodzakelijk deze twee domeinen uit elkaar te houden om volledig recht te doen aan beide disciplines.

Traumaseksuologen zijn niet opgeleid en niet deskundig in Seksuologie.
Seksuologen zijn ook niet opgeleid en ook niet deskundig in Traumaseksuologie.

Seksuologie ontstond volgens wikipedia in 1906, de ontwikkeling van Traumaseksuologie begon bij de bewustwording van de schade die seksueel misbruik aanricht. Dat maakt een groot verschil. Traumaseksuologie is ontstaan door het openbaar worden van het feit dat seksueel misbruik op grote schaal voorkomt. (Nel Draijer, 1985). We zijn nu bijna veertig jaar onderweg om met elkaar antwoorden te vinden voor wat lang geheim is gebleven. Of de schuld van bijvoorbeeld vader-dochter incest bij de dochter werd gelegd. De echte waarheid, en de kennis heeft tot 1985 blijkbaar ontbroken, vooral bij de duidende wetenschappers en idem hulpverleners.
Er waren blijkbaar redenen om zaken niet onder ogen te willen zien.

Traumaseksuologie als wetenschap is niet bedoeld als concurrent en /of moedwillige aantasting van Seksuologie doordat het woord seksuologie als deel gebruikt wordt om deze nieuwe wetenschap te omschrijven.

Wat wel gemeenschappelijk is, is dat seksuoloog en traumaseksuoloog geen beschermde beroepen zijn en mensen vrij zijn om zichzelf zo te noemen. De ziektekosten-verzekeringen hebben ook nauwelijks geld over voor deze vormen van hulpverlening.

Toelichting

Over het ontstaan van Traumaseksuologie.

Bij seksueel misbruik worden een schokkende gebeurtenis en seksualiteit in een slachtoffer onlosmakelijk met elkaar verbonden. 

Door het samenvoegen van trauma en seksualiteit ontstond een nieuw, nog onontgonnen gebied. Door ervaringen uit de hulpverleningspraktijk met elkaar te verbinden en door narratief onderzoek kwam steeds meer informatie vrij over de waarlijke schade door seksueel misbruik en de gevolgen daarvan in het daaropvolgende leven.

Als je je echt verdiept in deze materie, dan kun je de fenomenen waarnemen die zich in een nauwelijks waarneembaar gebied bevinden en waar de buitenwereld nog geen woorden aan heeft gegeven. Die woorden vinden we in traumaseksuologie en ze worden volledig begrepen en omarmd door de doelgroep.

Ik ontdekte zaken die in de gangbare wereld die niet gezien en erkend worden. Hulpverleners die geen idee hadden wat ze in hun werk met deze cliënten en problematiek aanmoesten, verwezen naar mij. In mijn eigen verwerkingsproces en ontdekkingsreis naar hoe het werkelijk in elkaar steekt bij mensen na seksueel misbruik hebben de wetenschap en de hulpverlenende instanties mij niet geholpen, verkeerd bejegend en juist ernstig in tegengewerkt. Ik ontdekte steeds opnieuw afwijzing en tegenwerking en onkunde, juist van degenen waar ik van verwachtte dat ze de juiste richting zouden aangeven.

Een seksueel trauma heeft enorme en veelomvattende schade voor de innerlijke structuur van een mens.

Er is schade in het interpersoonlijke, het sociale, het fysieke, het psychologische, het religieuze, het maatschappelijke en natuurlijk het seksuele leven.

Traumaseksuologie is de wetenschap die, onvermijdelijk, is ontstaan vanuit mijn jarenlange ervaring in het werk met voornamelijk mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik en kindermishandeling. Het is ook duidelijk geworden dat wat ik schrijf over mannelijke slachtoffers, op enkele seksespecifieke onderdelen na, het zelfde geldt voor vrouwelijke slachtoffers.

Ik put uit informatie die voortkwam uit duizenden psychodrama’s  en de vele contacten die ik sinds 1986 heb over dit onderwerp met slachtoffers, partners, omstanders, familieleden, daders, ouders, hulpverleners, trauma-werkers. Alles kwam voort uit ons werk in groeps-sessies, familietherapie, partnersessies, workshops, voorlichtingen, supervisie, en ook onze eigen intervisie-groepjes.

De nieuwe wetenschap is ontstaan tegen wil en dank. Uit het werk kwamen practise-based bewijzen hoe de innerlijke structuur er uit ziet en kon de schade gevolgen worden geanalyseerd uit de waarneembare gevolgen.
Ook de verhalen die uit alle slachtoffers komen droegen bij aan het narratieve onderzoek dat ik deed om dichter bij de waarheid over seksueel misbruikt te komen.

Evidence Based

Ik ben bijna met pensioen en houd mijzelf nog bezig met opleiden, maar af en toe doe ik nog een cliënt met seksueel misbruik ervaringen.

De jongeman zei aan het begin van de sessie: “ze begrijpen in de GGZ niet wat seksueel misbruik met je doet, hoe het helemaal in je zit, ze hebben mij niet geholpen.”

Al heel mijn carrière wordt dit door bijna al mijn cliënten en studenten tegen mij gezegd. In de GGZ snappen ze het niet. Nee, dat weet ik al heel lang. Want veel mensen die seksueel misbruik hebben meegemaakt maken een zeer lange zoektocht door om weer thuis te komen bij zichzelf.

Moet ik de hele GGZ wegzetten als onwetend? 

Mijn antwoord is dan: “Wat zij doen is evidence based en daardoor en daarvoor worden zij betaald door de zorgverzekeraars”.

Het werk in de GGZ richt zich op de waarneembare (DSM) gevolgen en het uitdoven van pijnlijke gevoelens maar niet zozeer op het herstel van de schade die wordt veroorzaakt door misbruik.

Maar ik hoef niet meer te onderzoeken dat een groot aantal aspecten van de problemen die worden veroorzaakt worden door seksueel misbruik, niet worden onderkend in de gangbare “behandelingen”. 

Dat is gewoon een evidence conclusie uit de praktijk. Bij seksueel misbruik spelen zoveel facetten een belangrijke rol dat het eigenlijk niet goed te onderzoeken valt. Het is te groot en te veelomvattend. Alles wat je niet mee laat tellen in je onderzoek hoef je ook niet te bewijzen!

‘Bij seksueel misbruik nemen de dader én de daad bezit van je en je weet het zelf niet’ 

Als zelfs je hulpverlener dat ook niet weet, dan werk je samen in een vaststaande ontkenning en maak je met elkaar een omweg om de kern heen van de diepe schade door het seksueel misbruik.

Je kunt onderzoeken wat je wilt maar als je niet beseft en er van uit gaat, dat de dader èn de daad geïnternaliseerd zijn in je cliënt dan kun je nog niet de helft zien van wat er speelt. Er ontbreekt een traumaseksuologische kijk. Ontwikkel die visie door bijvoorbeeld een keer te werken met één van de dertig modellen die voortkomen uit de praktijk. Gewoon met practice based evidence.

De zeven verbindingen met de dader. 

De dader is de baas over de verbindingen en je helpt je cliënt met de zware taak om deze verbindingen te herzien en/of zich er van los te maken.

Eén van mijn modellen die zeer goed werken in de praktijk. 

In het eerste moment van seksueel misbruik legt de dader minstens zeven verbindingen aan met zijn/haar slachtoffer. Alle verbindingen moeten later bewust worden ervaren, losgemaakt en verbroken in het verwerkingsproces. Als dat niet gebeurt, lever je half werk. Alle verbindingen brengen innerlijk dualisme, paradoxale kwesties en identiteits-vragen met zich mee.

Verbinding 1. De Shock
Zorgt voor de halvering van de macht over jezelf en je lichaam en de verdeeldheid /splitsing die in je ontstaat.

Verbinding 2. De Seks
Zorgt voor de seksuele imprint waarbij je vaste verkering krijgt met de dader en de aanpassing plaatsvindt op zijn /haar seksuele behoeften.

Verbinding 3. Het Rolmodel
Doordat een dader een rolmodel is, wordt een deel daarvan een vals voorbeeld

Verbinding 4. De Loyaliteit
Dit is de afgedwongen loyaliteit aan de dader en diens geheim

Verbinding 5. De familieband
Door de seksualiteit ontstaat een band met de familie van de dader of de dubbelheid in het gezin.

Verbinding 6. Houden van
Het houden van de dader wordt besmet met de seksuele daad

Verbinding 7. Het probleem van de dader
De innerlijke noden van de dader komen helemaal in het slachtoffer terecht

Vraag aan jou:
Weet jij welke verbinding de meest hardnekkige is om te verbreken?

Dit is natuurljk zeer kort beschreven. Lees voor meer nuance mijn boek Traumaseksuologie & Psychodrama.
Op de illustratie staan zes verbindingen, later bleek in het werk dat loyaliteit en houden van twee verschillende verbindingen zijn.

#traumaseksuologie

Pedoseksualiteit is Traumaseksualiteit

Pedoseksualiteit: het probleem van de verlorenheid

Traumaseksualiteit is de verzamelnaam van alle seksuele fenomenen die je kunt waarnemen bij mensen (m/v) die seksueel misbruikt zijn. Het betreft o.a. blijvende verwarring over je seksuele identiteit, vragen over je gender-identiteit, problemen met het hanteren van seksuele macht, geen volledige puberteit hebben doorgemaakt, seksuele verslaving, herhalingsgedrag vanuit het misbruik, actief slachtofferschap als dadergedrag, vaststaande seksuele patronen, seksuele opwinding vinden in types, vormen, objecten en bijvoorbeeld seksueel gefixeerd zijn op een bepaalde leeftijd.

De kern is dat bij seksueel misbruik een schokkende ervaring en seksualiteit met elkaar verbonden raken. Dat betekent dat je een trauma hebt dat seksueel aantrekkelijk is. 

De psychische dwarslaesie is ook een schadelijk gevolg van seksueel misbruik: het bevroren raken, een bepaalde gevoelloosheid, het verstomd zijn, geen waardig nee meer hebben, een geheim meedragen, geen duidelijke grens meer kennen tussen jezelf en de ander. Hier gaat het om het zelf niet goed kunnen hanteren van je seksuele (on)macht. Dit is de schade die ontstaat door de overval op en het toe-eigenen van je lichaam door de dader in het allereerste moment van seksueel misbruik.

Eén aspect van Traumaseksualiteit, een onderdeel van de bovengenoemde schade en de gevolgen daarvan, zijn de pedofiele / pedoseksuele gevoelens die een deel van de slachtoffers overhoudt uit het misbruik. Omdat seksueel misbruik van een kind altijd een pedoseksuele daad is, geeft de dader door zijn/haar daden een te vroege en verkeerde introductie /initiatie van seksualiteit en seksuele relaties aan het kind.

In deze tijd wordt grensoverschrijdend gedrag en zeker pedofiel gedrag veroordeeld en de straf is verbanning uit het sociale leven. Daar worden zowel slachtoffers als daders niet mee geholpen. Wel brengt het rancune en verdere pijnlijke splitsingen teweeg.

Niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen*, maar begrijpen (Spinoza)

* de schade die je aanricht door kinderen daadwerkelijk te betrekken bij je volwassen seksualiteit is te groot om er geen oordeel over te voelen.

In de wetenschap Traumaseksuologie gaan we ervan uit dat pedoseksualiteit en de seksuele fixatie op kinderen niet is aangeboren maar één van de schadelijke gevolgen is van seksueel misbruik in de jeugd. De bezieling van lust en de verlangens ligt wel in de lastig te bereiken magische seksuele laag. Pedofilie is het probleem van de verlorenheid. Door seksueel misbruik raak je van binnen verdeeld. Een deel van je moet zich terugtrekken, moet bevriezen, mag geen stem hebben. Dit deel wordt een verloren deel in jezelf. De ervaring leert dat de verlangens naar kinderen voortkomen uit het verloren contact met het eigen kind-deel uit de leeftijd van het seksueel trauma.

Als je jezelf hebt verloren in een seksuele ervaring, zoek je jezelf -tevergeefs- ook weer terug in een soortgelijke seksuele ervaring.

Belangrijk is voor mensen m/v (ook vrouwen!) met seksuele gevoelens voor kinderen, dat zij volledig beheer over de eigen seksualiteit verwerven en vrij worden van seksuele drang en dwang en de seksuele obsessie voor kinderen.
Het isolement en de gevoelens van eenzaamheid en verlorenheid die hier bij horen zijn voor een mens eigenlijk niet te dragen.

Wat je buiten jezelf zoekt, ligt, verwaarloosd, bij jezelf van binnen op je te wachten.

Therapeutisch proces

Je kunt zoeken naar de bezieling van de seksuele gevoelens voor kinderen met de therapeutische mogelijkheden en modellen die we ter beschikking hebben in Traumaseksuologie.

Het antwoord is te vinden in de ervaring waar de eigen seksuele ontwikkeling is gestopt, versneld en beïnvloed.
Dat is meestal in een te vroege, afgedwongen seksuele ervaring of een te vroege confrontatie met seksualiteit / porno. Het kan een enkele éénmalige ervaring zijn die een enorme impact heeft op de seksualiteit en het latere leven. Kinderen zijn hierin heel kwetsbaar en beïnvloedbaar, vooral als zij in hun thuissituatie geen liefde en/of aandacht krijgen om evenwichtig op te kunnen groeien.

Het betekent een therapeutische ontdekkingsreis naar de ervaring waarin de schade werd aangericht, om daar de pijn te voelen, bevroren gevoelens te ontdooien en je verloren deel weer te omarmen.

Bekijk een groepsaanbod voor mannen met pedoseksuele gevoelens
op de website van de Stichting voor Traumaseksuologie.

 

#Collectieve weerzin / #het collectieve nee / #hulpverleners / #terugkaatsen

“Ik kan je met alles helpen maar dáárvoor moet ik je verwijzen naar iemand anders”

Als je over het seksueel misbruik wil praten dan ontmoet je niet altijd een groot welkom.
Victim-blaming is voor mij terugkaatsen, een uitingsvorm van wat ik het collectieve Nee noem. Het is de collectieve weerzin om het over seksueel misbruik te hebben. De negatieve bejegening is meestal niet opzettelijk. Gewoon omdat het zo verwarrend, afschuwwekkend en afschrikwekkend is. Mensen weten niet hoe ze moeten reageren. We draaien de schuld dan naar de verkeerde toe. We willen het bij degene laten die de mededeling doet. We kaatsen terug.

In elke beroepsgroep gebeurt dat: wetenschappers (de hervonden herinneringen lobby) doen het door het onderzoeken van het verkeerde geheugen, de politiek (steeds opnieuw de verantwoording afschuiven), justitie (de eenzijdige focus op bewijzen).

Tegenkracht: hulpverleners. Verborgen Victim Blaming door terug te kaatsen.

Maar de laatste groep waarvan je de ontkenning van verwacht is hulpverleners. Zij wijzen af, zij bagatelliseren en vertonen onkunde. Ik heb de onderstaande uitspraken verzameld, ze zijn echt uit de praktijk, ervaringen van slachtoffers die hulp zochten voor het misbruik dat hen achtervolgde.

Verzamelde reacties van hulpverleners op coming-out van seksueel misbruik:

  • Ik kan je met alles helpen maar dáárvoor moet ik je verwijzen naar iemand anders
  • Laat die deksel op de put, dat is beter!
  • Dat is niet relevant.
  • We werken tegenwoordig uitsluitend vanuit het hier en nu.
  • Je hangt wel veel op aan het misbruik, vind je ook niet?
  • Dat kan toch niet zo belangrijk zijn?
  • Je relatie met je vader en je moeder is van veel meer invloed dan dat misbruik.
  • Dat laten we voorlopig zitten anders wordt het teveel voor je.
  • Daar kan ik je niet mee helpen, dat kun je beter met een vrouw bespreken.
  • Als je daaraan begint is het eind zoek.
  • Waarom heb je dat niet eerder gezegd, ik wist het al zo lang!
  • Ben je soms ook dader geworden hierdoor? Daders mogen wij hier namelijk niet helpen.
  • Dus het was maar eenmalig? Overdrijf je dan niet een beetje?
  • Begluren is geen seksueel misbruik, dat is een heel licht trauma.
  • Nu gaat je fantasie met je op de loop, dat kan niet waar zijn, dat moeten anderen hebben opgemerkt.
  • We werken uitsluitend evidence-based hier. Als dat niet helpt ligt het aan u.
  • Ik ga niet op de oorzaken van seksverslaving in. Seks is te gecompliceerd en teveel omvattend.
  • Daar gaan we niet aan beginnen, laat dat maar achter je.
  • Oh, maar we gaan eerst contacten maken met buiten.
  • Dit is onze diagnose over je: pseudologica fantastica.

 

Traumaseksualiteit en Identiteit

Het echte trauma is dat bij seksueel misbruik en ook bij mishandeling trouwens, je lichaam wordt toegeëigend door iemand anders die machtiger is.

Dus: de toe-eigening van het lichaam is het trauma, de toegebrachte wond die open blijft.

Als dat eenmaal is gebeurd en de seksualiteit direct, zo goed als in dezelfde seconde als de overval, zijn intrede doet terwijl je eigendom bent geworden van de ander: dan heb je geleerd wat seksualiteit in gevangenschap is.

Je bent het antwoord geworden op de verlangens van de dader (m/v).

Je hebt er zelf ook nog lust van, dat kun je niet tegenhouden, dat je lichaam ook nog toegeeft en meegaat en meedoet in de opgedrongen seksualiteit. Of je lichaam reageert met anti-seksualiteit en bevriest.

Daar begint #traumaseksualiteit.

Terwijl je niet langer eigenaar bent van je lijf, vindt seks plaats.

Dat is het hele eieren-eten.

Alle seks (of een groot of maar klein deel ervan) is de seks in het kader van de dader, in de onteigende staat van zijn. Als je er niets aan doet blijft dat in je seksuele leven een rol spelen. Je denkt ook nog dat het van jezelf is.

Het is de daderseks die je nog steeds kan bepalen of je permanent bepaalt. Het is de daderseks die als ik/dader je identiteit bepaalt, of je zoektocht daar naar.

Innerlijke tweestrijd en de chronische, verlammende vragen naar je eigen seksuele identiteit en gender-eigenheid zijn de gevolgen van de aangebrachte schade.

De daderseks beïnvloedt je seksuele voorkeur en je gevoel van mannelijk of vrouwelijk zijn. Het zijn de seksuele voorkeuren van de dader die ingeprent werden in je, net na de onteigening van je lichaam.

Als je leven na het misbruik verder gaat dan merk je dat je lichaam het antwoord op nog veel meer noden was van de dader. Deze hebben zich ingevreten in je systeem.

De enorme schade door seksueel misbruik.

De schade door seksueel misbruik wordt aangericht in het eerste moment dat je als kind getrokken wordt in de seksualiteit van een volwassene.

“Als we plotseling overheerst worden dan kunnen we tijdelijk niet reageren, we weten niet hoe te antwoorden op wat ons overkomt”

Wat er gebeurt in dat ene moment is zo overweldigend en bedreigend dat je wordt weggedrukt naar een andere dimensie, diep in jezelf. Een dimensie waar een andere logica moet worden gemaakt om te kunnen hanteren wat er met je gebeurt.

In die dimensie, een magische laag die we allemaal in ons hebben, huist vanaf  dan een verloren seconde, een nog tijdloze ervaring die duiding van tijd en plaats in het heden en de werkelijkheid nog mist. 

Het bijzondere is dat deze verloren seconde je hele leven bepaalt, zonder dat je dat zelf weet. Je komt er gaandeweg in je leven achter als je je eigen gedragingen en beslissingen gaat overzien. 

Wat er precies gebeurt in dat moment heb ik tot in detail moeten herleiden. 

 De oplossing begint met het bewust worden van het werkelijke probleem. Door alle gemeenschappelijke problemen van slachtoffers van seksueel misbruik te analyseren kon ik de waarneembare gevolgen herleiden naar benoembare schade. De schade verschuilt zich in wat ik noem: de verloren seconde.

Slachtoffers die in een therapeutisch proces de verloren seconde in de werkelijkheid laten aankomen, komen vijf onderdelen tegen en een macht die deze onderdelen scheidt en in beheer heeft.

In het moment gebeurde:

1. Shock: Een overval op je lichaam, waardoor je in een shock-toestand bent geraakt. Alles werd eigendom van de dader, behalve je ziel en je oorsprong.

2. Seks: Je werd in de shock-toestand een antwoord op de seksuele drang en dwang van de dader van de overval.

3. Je werd een pseudo-volwassene doordat je getrokken werd in de wereld van de volwassen seksualiteit. 

4. Je had hulp en getuigen nodig. Beiden waren niet beschikbaar.

5. Je wordt de drager van een geheim, dat geholpen door schuld en schaamte-gevoelens, je verloren seconde op zijn plek houdt.

De macht over elk onderdeel en de onderlinge samenhang van de delen is in handen van de dader.

In een volgende bijdrage zal ik meer zeggen over het leren zien van deze vijf onderdelen en de macht van de dader. Je ziet het pas als je het weet: je moet de bril van traumaseksuologie opzetten om het te zien.

#traumaseksuologie #seksueelmisbruik #identiteit